De rots van Donna

VERTICAL is het resultaat van een samenwerking tussen vijf verschillende architecten. Architect Donna van Milligen Bielke bedacht een ‘rots in het landschap’ en licht haar idee achter het ontwerp toe.

Vijf architecten betekent vijf stijlen en vijf werkwijzes. Toch is het resultaat van VERTICAL dat er één complementair en uniek ontwerp ligt. In deze serie praten we met de architecten over het achterliggende idee van het ontwerp en hun manier van werken. Donna van Milligen Bielke (1983) is één van deze vijf architecten. We zoeken haar op in haar studio aan de Amsterdamse Keizersgracht.

 

“Toen ik aan het ontwerp begon was de hoge toren van NL Architects al vrij ver gevorderd. Het uitgangspunt van het ontwerp van de hoge toren was een stapeling van landschappen. Daar worden verschillende typen groen gebruikt die aansluiten bij het omliggende Brettenlandschap. De toren krijgt een heel transparant karakter. Om contrast te creëren was het uitgangspunt voor het ontwerp van de lage toren dat het een stevig gebouw moest worden.”

Biodiversiteit als architectonisch detail

“Ik heb er een horizontaal zwaar gelaagd gebouw van gemaakt met een compacte stapeling van woningen. In plaats van groen heb ik me in het ontwerp gefocust op biodiversiteit. Op dieren en insecten. Mijn ontwerp heeft uiteindelijk de uitstraling van een massieve rots gekregen. De kleuren die ik in de gevel gebruik zijn een soort aardlagen die je ook vaak in grote rotspartijen ziet. Die worden straks van gekleurd beton gemaakt. In het ontwerp zijn verschillende soorten habitats bedacht voor dieren. Denk aan nestgaten voor gierzwaluwen, vleermuizen en andere kleine vogels. De gevels zijn vrij strak, door het ritme van de opening van de dierenverblijven rondom in de gevel door te zetten heb ik biodiversiteit tot een architectonisch detail verheven.”

Rots

“Er is een duidelijk contrast tussen de twee torens te zien, maar tegelijkertijd zijn ze ook heel complementair aan elkaar. Ze zien er anders uit, maar qua biodiversiteit vullen ze elkaar heel goed aan. Het idee is dat ‘mijn’ nestelende vogels en vleermuizen, de insecten uit de groene toren van NL Architects gaan opeten. Ik zie mijn ontwerp als een rots in het Brettenlandschap. Een rots die uitsteekt boven het Brettenkleed dat over het gebouw heen wordt getrokken. Het is een plek voor mens en dier. Een massief slagroomtaartje midden in het groen.”

Inspiratie

“Ik hou van zware, heldere architectuur. Het liefst maak ik geen alledaagse ontwerpen. Ik hou ook van klassieke logica die ik op een andere manier toepas. Zo zou je bijvoorbeeld verwachten dat je op de onderste laag van een gebouw de breedste kolommen ontwerpt die bij iedere verdieping steeds smaller worden. In mijn ontwerp zitten wel klassieke verhoudingen, maar worden schijnbaar willekeuriger toegepast dan de klassieke logica die vroeger veel toegepast werd bij tempels. Ik zoek ook altijd naar een reden om te maken wat ik zelf mooi vind. Mijn gebouwen moeten stoer zijn. Als je er langs fietst wil ik niet dat je denkt: ‘Dit heb ik al eens eerder gezien.’ ”

“Ik ben nooit zo bezig met architectonische referenties. Dat vind ik persoonlijk goed, want dan wordt het ontwerp echt helemaal mijn eigen ding. Maar aan de andere kant rijst dan vaak de vraag: ‘hoe kunnen we het gaan maken?’. Op dat moment ga ik wel op zoek naar voorbeelden die aansluiten bij mijn ideeën. Ik probeer er wel een soort eigenheid van te maken en geen verzameling van wat al eerder gemaakt is.”

 

Op Chris

“Een mooi contrast in het ontwerp is dat mijn robuuste, zware gebouw op de laag van architect Chris Collaris staat. Chris heeft in zijn ontwerp juist weer gekozen voor een natuurlijke, vergrijsde, houten gevel en wordt in werkelijkheid iets lichter dan in bovenstaande impressie wordt getoond. Dat daar dan zo’n massief betonnen gebouw bovenop komt, maakt het wel bijzonder. Het grappige is dat ik alles heel symmetrisch wil hebben en Chris alles heel asymmetrisch. Maar dat was geen probleem. Daar zijn we best goed uitgekomen, al zeg ik het zelf.”